De laatste zet

#

We begonnen het seizoen tegen de Spassky’s en zoals Dries Koster in zijn openingsrede aanhaalde, dat is een wedstrijd die Hardenberg meestal won. Maar ja, in het verleden behaalde resultaten… Zo hebben de Spassky's er in de persoon van Hoeksema een heuse IM bij, terwijl er bij Hardenberg nooit zoveel verandert. Ieder jaar worden de Hardenbergers weer een jaartje ouder en op een gegeven moment hangen de spelers een beetje met plakband, paperclips, punaises en pleisters aan elkaar. Sommige spelers zitten zelfs al sinds de jaren 70 bij Hardenberg. Inmiddels wordt het een hele vertoning. De ene speler laat een zaalvullende scheet en roept met luide stem dat hij moet poepen. Het schijnt dat de schoolgaande jeugd tegenwoordig poepschaamte heeft, maar ik kan u verzekeren dat die schaamte met het klimmen der jaren meer en meer verdwijnt. De volgende begint opeens enthousiast op een rolfluitje te blazen vanwege de vermeende verjaardag van koningin Wilhelmina. Vanwege de algehele feestvreugde legt de buurman op alle lege velden een smartie. Toen de tegenstander bij deze actie wel heel bedenkelijk begon te kijken, haalde hij zijn kunstgebit uit zijn mond om daarmee alle smarties weer op te happen. Weer wat verder dropt een speler een imposante snottebel op d8, een veld waar toevallig ook zijn dame nog stond. Dit was waarschijnlijk de beste zet van Hardenberg gedurende de hele middag, want de animo van de tegenstander om deze dame ooit nog te slaan was daarmee wel tot nul gereduceerd. Al met al is dit toch een beetje schaakverzorgingshuis “De laatste zet” heeft zijn dagje uit.

Leveren strijdgassen, smartiesmijnenvelden en snotprotectie nog punten op? Niet zo veel. Geen enkele overwinning, maar op wonderbaarlijke wijze wel nog 6 remises. Een 5 – 3 nederlaag dus. Volgende keer mogen we het in onze eigen Pothof proberen. O, daar tik ik uit de macht der gewoonte Pothof. Inmiddels hebben we ons roemruchte clubgebouw omgedoopt tot de Snothof.


Richard



Dit verslag werd aangeleverd op een handgeschreven briefje. Het handschrift was kriebelig en lastig te ontcijferen, maar ik heb de naam van de auteur zo goed mogelijk proberen weer te geven. Het gerucht gaat dat het hier een van de nullen betreft. Een nul die naar het lijkt nogal last heeft van projectie en zwartgallige koortsdromen over vergankelijkheid, dus de andere spelers moeten zich hier vooral niks van aantrekken.